Tien jaar BBB en LVV - een terugblik - Nieuws

Tien jaar BBB en LVV - een terugblik


04 maart 2025
Ruim tien jaar geleden deed het Europees Comité voor Sociale Rechten van de Raad van Europa (ECSR) de belangwekkende uitspraak over het basisrecht van ieder mens op voeding, kleding en onderdak, waaruit de ‘bed-bad-brood’ voorzieningen in Nederland zijn ontstaan.

 

De Vreemdelingenwet 2000, die in april 2001 van kracht werd, bepaalt dat asielzoekers van wie de asielaanvraag (definitief) is afgewezen een vertrektermijn van 28 dagen krijgen. Indien zij binnen die termijn niet zijn teruggekeerd naar hun land van herkomst, wordt de opvang in een asielzoekerscentrum beëindigd.

In november 2014 bepaalde het Europees Comité voor Sociale Rechten van de Raad van Europa echter dat ongedocumenteerde vreemdelingen in Nederland minimaal recht hebben op basisvoorzieningen zoals voeding, kleding en onderdak. Dit oordeel van het ECSR werd medio december 2014 door de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep overgenomen. In diverse centrumgemeenten ontstonden toen zogenaamde Bed-Bad-Brood locaties voor ongedocumenteerde vreemdelingen. In veel gevallen gaat het daarbij om asielzoekers van wie het asielverzoek is afgewezen, maar die niet zijn uitgezet naar het land van herkomst.

Van BBB naar LVV
Op 1 april 2019 begon in vijf steden in Nederland het pilotproject Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV). In de LVV werkten gemeenten, Rijksdiensten zoals de IND en de DT&V en ngo’s samen om tot duurzame oplossingen te komen voor deze doelgroep. Voor het eerst in lange tijd nam de Rijksoverheid daarmee weer zijn verantwoordelijkheid, en kwam er een einde aan de merkwaardige situatie dat de Rijksoverheid mensen zonder voorzieningen op straat zette die vervolgens door gemeentelijke overheden met hulp van ngo’s weer werden opgevangen.

LVV beëindigd
In ruim vijf jaar tijd werden voor honderden mensen duurzame oplossingen in de vorm van ofwel terugkeer ofwel alsnog legaal verblijf gerealiseerd, waardoor voorkomen werd dat zij als dakloze op straat moesten zien te overleven. Ondanks deze resultaten koos het huidige kabinet er echter voor om de LVV per 1 januari 2025 te beëindigen. Dit zou betekenen dat de gemeenten de kosten voor de opvang en begeleiding weer zelf zouden moeten dragen. Tegen de beëindiging van de LVV door de Rijksoverheid lopen nog vele juridische procedures. Inmiddels is duidelijk dat ook EU-richtlijnen lidstaten verplichten tot het verstrekken van basale voorzieningen aan kwetsbare vreemdelingen. Zo bepaalde het Hof van Justitie van de EU op 12 september 2024 in het zogenoemde 'Changu-arrest' [ECLI:EU:C:2024:748]  dat  een EU-lidstaat een ongedocumenteerde vreemdeling niet in ‘een toestand van zeer verregaande materiële deprivatie’ mag laten terechtkomen; dat is in strijd met art 4 van de EU-Terugkeerrichtlijn: het verbod op een onmenselijke of vernederende behandeling.

 

 

Terug