Besluit opheffing bescherming derdelanders 'bevroren' - Nieuws

Besluit opheffing bescherming derdelanders 'bevroren'


29 april 2024
Staatssecretaris Van der Burg heeft het besluit om de tijdelijke bescherming van derdelanders uit Oekraïne per 4 maart 2024 op te heffen ‘bevroren’. Dit is het gevolg van prejudiciële vragen die de Raad van State heeft gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie.

 

De Europese Commissie stelde op 4 maart 2022, kort na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne de Richtlijn Tijdelijke Bescherming (RTB) in werking. Aanvankelijk besloot de Nederlandse overheid iedereen die vanwege de oorlog Oekraïne ontvluchtte en naar ons land kwam onder deze Europese beschermingsrichtlijn te laten vallen. Dat betekende dat ze geen asiel hoefden aan te vragen, gebruik konden maken van de Gemeentelijke Opvang voor vluchtelingen uit Oekraïne en meteen aan het werk mochten gaan.

Onderscheid
In een later stadium wilde de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid onderscheid maken tussen Oekraïense staatsburgers en mensen van andere nationaliteiten die een permanente verblijfsvergunning in Oekraïne hadden enerzijds en zogenaamde ‘derdelanders’ met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne anderzijds. Van de laatste groep, bestaande uit ongeveer 2.700 personen die vooral voor studie of tijdelijk werk in Oekraïne verbleven, zou de tijdelijke bescherming op basis van de RTB per 4 september 2023 worden ingetrokken.

Rechtsongelijkheid
Toen derdelanders dit besluit bij de rechter aanvochten deden rechtbanken verschillende uitspraken. De Raad van State oordeelde op 17 januari 2024 in hoger beroep dat de tijdelijke bescherming van rechtswege op 4 maart 2024 zou eindigen. Ook dat besluit was echter niet onomstreden; bij diverse rechtbanken werd opnieuw geprocedeerd tegen de terugkeerbesluiten die de IND na de uitspraak van de Raad van State had genomen.

Vragen aan Europees Hof
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft daarom op 25 april 2024 zogenaamde prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de EU in Luxemburg. Middels deze verwijzingsuitspraak wil de Raad van State weten op welk moment de bescherming van derdelanders met een tijdelijk verblijfsrecht in Oekraïne eindigt.

Bevriezing tot 4 maart 2025
De staatssecretaris zag zich vervolgens genoodzaakt te besluiten deze derdelanders weer dezelfde rechten te verlenen als de andere ontheemden uit Oekraïne die onder de Europese Richtlijn Tijdelijke Bescherming vallen, totdat de vragen door het Hof zijn beantwoord. Omdat de werking van de richtlijn sowieso voor iedereen eindigt op 4 maart 2025 is het Hof gevraagd om de vragen met spoed te behandelen.

Enkele honderden derdelanders die naar de rechter waren gestapt mogen nu voorlopig blijven. Sommige gemeenten hadden naar aanleiding van het besluit van de staatssecretaris de gemeentelijke opvang voor derdelanders uit Oekraïne per 2 april 2024 al beëindigd. Voor hen geldt dat ze opnieuw recht hebben op opvang en voorzieningen volgens de RTB als ze bij de gemeente in de Basisregistratie Personen stonden ingeschreven. Alleen wie inmiddels met hulp van de Dienst Terugkeer & Vertrek of een andere remigratieregeling Nederland heeft verlaten heeft daarmee geen recht meer op bescherming of voorzieningen.

 

Meer informatie:
Verwijzingsuitspraak van de Raad van State van 25 april 2024 (link naar de website van de RvS)

 

Terug