Spreidingswet van kracht geworden
De senaatsfractie van VVD, D66, ChristenUnie, GroenLinks-PvdA, SP, Partij voor de Dieren, Volt, OPNL en CDA (op senator Doornhof na) stemden voor de wet. Tegen stemden PVV, FvD, SGP, JA21, 50Plus en de BBB, hoewel de fractievoorzitter van die partij aangaf dat er binnen de fractie verschillend over werd gedacht. NSC zit niet in de Eerste Kamer. Een overgrote meerderheid van de gemeenten, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de provinciebesturen hadden zich vóór de wet uitgesproken, die nu op 1 februari 2024 ingaat.
Opvangcrisis nog niet voorbij
Met het invoeren van de wet is de opvangcrisis is nog niet voorbij. Een van de kritiekpunten op de wet was dat gemeenten heel veel tijd hebben om hun aanbod aan opvangplaatsen te doen; dit kan het traject dus nog erg lang rekken. Verder moet een nieuw kabinet de Spreidingswet ook willen handhaven. De vier partijen die nu onderhandelen over een regeerakkoord zijn mordicus tegen de wet.
Kleinschaligheid
In de Eerste Kamer werd bij de behandeling van de Spreidingswet ook een motie van Volt aangenomen, die de regering verzoekt de regering om duurzame, kleinschalige opvang actief te stimuleren en belemmeringen daarvoor weg te nemen. Ook verzoekt de motie te bevorderen dat het realiseren van concrete, kleinschalige opvang aan bod komt bij de Provinciale Regietafels (die gaan over het ‘verdelen’ van de asielzoekers over de gemeenten in hun provincie). Alleen PVV, FVD, JA21 en de VVD stemden daartegen.
