Raad van State: tijdelijke bescherming derdelanders uit Oekraïne eindigt 4 maart a.s.
In eerste instantie vielen deze derdelanders onder dezelfde regeling die gold voor Oekraïners die naar Nederland vluchtten: de Europese Richtlijn Tijdelijke Bescherming. Deze regeling was van toepassing van 4 maart 2022 tot 4 maart 2023. Deze regeling geeft Oekraïners veel meer rechten dan overige asielzoekers. Zo mochten Oekraïners bijv. van meet af aan werken in Nederland. Gemeenten wisten daarbij binnen enkele weken bijna 100.000 opvangplekken voor hen te realiseren. Dat is opvallend, omdat het gemeenten al anderhalf jaar niet lukt om 50.000 opvangplekken voor asielzoekers te realiseren.
In 2023 werd de regeling met een jaar verlengd en in oktober 2023 nogmaals tot 4 maart 2025. Onder deze regeling vielen tot nu toe dus ook derdelanders uit Oekraïne die daar een tijdelijke verblijfsvergunning hadden. In juli 2022 besloot de Staatssecretaris echter te stoppen met het bieden van tijdelijke bescherming aan nieuwe derdelanders met een tijdelijke verblijfsvergunning voor Oekraïne. Voor derdelanders die toen al in Nederland waren wilde de Staatssecretaris de tijdelijke bescherming beëindigen op 4 september 2023.
Dat besluit is aan de rechter voorgelegd en de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft daarover in hoger beroep op 17 januari jl. geoordeeld. De Europese Richtlijn Tijdelijke Bescherming biedt naar het oordeel van de Raad van State geen juridische basis om deze eerder te beëindigen dan in die richtlijn bepaald is. Nu de Staatssecretaris ervoor gekozen heeft om aan méér mensen tijdelijke bescherming te bieden dan strikt noodzakelijk, zoals aan de ‘derdelanders’ met een tijdelijke verblijfsvergunning voor Oekraïne, geldt deze voor de duur van de tijdelijke bescherming. Nu de Staatssecretaris sinds juli 2022 geen tijdelijke bescherming meer verleent aan nieuwe derdelanders met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne, vallen zij echter niet meer onder het besluit van de Raad van de Europese Unie van oktober 2023, waarin de tijdelijke bescherming wordt verlengd tot en met 4 maart 2025. De tijdelijke bescherming kon voor hen dus niet beëindigd worden op 4 september 2023, maar eindigt wel van rechtswege per 4 maart aanstaande.
Inmiddels heeft de Staatssecretaris naar aanleiding van deze uitspraak van de Raad van State aangegeven dat de opvang van deze ‘derdelanders’ uit Oekraïne per 2 april 2024 kan worden beëindigd, omdat ze na beëindiging van de Tijdelijke Bescherming op 4 maart as. nog een vertrektermijn van vier weken zullen krijgen om hun terugkeer te regelen (conform art. 62 Vreemdelingenwet). Vanaf 4 maart kunnen deze derdelanders eventueel ook gedwongen worden uitgezet naar hun land van herkomst.
Voor de derdelanders bestaat de mogelijkheid om alsnog asiel aan te vragen in Nederland vanaf 4 maart. In veel gevallen zal dit echter geen oplossing bieden, want het gaat vaak om derdelanders die zich destijds in Oekraïne hebben gevestigd om te werken en/of te studeren, maar niet omdat zij asiel wilden aanvragen omdat ze gevaar liepen in hun land van herkomst.
De beëindiging van de tijdelijke bescherming zal waarschijnlijk de nodige onrust veroorzaken, o.a. omdat veel derdelanders al langere tijd aan het werk zijn in Nederland en daardoor ook al enigszins zijn ingeburgerd in de Nederlandse samenleving.
Derdelanders die een asielvergunning of permanente verblijfsvergunning in de Oekraïne hadden en vanaf februari 2022 naar Nederland zijn gevlucht, blijven overigens wel vallen onder de tijdelijke bescherming voor Oekraïners tot 4 maart 2025.
Meer informatie:
De uitspraak van de Raad van State d.d. 17 januari 2024 met zaaknummer 202305663/1/V2 [ECLI:NL:RVS:2024:32] (link naar het persbericht en de uitspraak op de website van de RvS)
