Uitstel van vertrek voor amv's zonder terugkeerbesluit - Nieuws

Uitstel van vertrek voor amv's zonder terugkeerbesluit


11 januari 2022
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de Tweede Kamer op 20 december 2021 in een brief laten weten dat zij een vorm van uitstel van vertrek wil gaan verlenen aan alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s) van wie de asielaanvraag is afgewezen, maar waarbij nog onderzocht wordt of er adequate opvang voor betrokkene aanwezig is in het land van herkomst.


Arrest TQ - HvJEU 14 jan 2021
Op 14 januari 2021 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJEU) uitgesproken dat er geen terugkeerbesluit mag worden opgelegd aan een amv voordat grondig is onderzocht of er adequate opvang in het land van herkomst aanwezig is. Dit om “grote onzekerheid met betrekking tot de wettelijke status en het toekomstperspectief van de minderjarige te voorkomen”, zoals de Staatssecretaris het in haar brief van 20 december 2021 formuleert.

Ook gaf het Hof aan dat er geen onderscheid gemaakt mag worden tussen amv’s die jonger zijn dan 15 jaar en amv’s die 15 jaar of ouder zijn bij aankomst in Nederland. Het Nederlandse speciale buitenschuld–beleid voor amv’s die jonger zijn dan 15 jaar en waarvoor geen adequate opvang in het land van herkomst aanwezig is, dient aldus ook voor amv’s van 15 jaar en ouder te gelden.

Om een invulling te geven aan deze uitspraak geeft de Staatssecretaris in haar brief van 20 december 2021 aan dat zij een vorm van uitstel van vertrek wil gaan verlenen aan amv’s zolang het onderzoek naar adequate opvang in het land van herkomst nog niet is afgerond. Voor deze vorm van uitstel van vertrek is echter een wetswijziging nodig. Omdat een wetswijziging enige tijd op zich laat wachten, zal de Staatssecretaris voor de tussenliggende periode de Vreemdelingencirculaire aanpassen, opdat voorzien wordt in het rechtmatig verblijf van deze amv’s.

Arrest BZ - HvJEU 3 juni 2021
Dat er moet worden voorzien in rechtmatig verblijf vloeit ook voort uit het arrest van het Hof van Justitie van de EU d.d. 3 juni 2021. Daaruit bleek namelijk dat lidstaten op grond van de Europese Terugkeerrichtlijn (2008/115) "verplicht zijn om een terugkeerbesluit uit te vaardigen tegen de onderdaan van een derde land die illegaal op hun grondgebied verblijft" (overweging 55). Ofwel iemand krijgt een verblijfsvergunning, ofwel iemand krijgt een terugkeerbesluit met eventueel een inreisverbod opgelegd; een "intermediaire status" is volgens het Hof niet mogelijk (wel een inreisverbod maar geen terugkeerbesluit, of geen terugkeerbesluit, maar enkel uitstel van verwijdering, zie overweging 57 en 59). 
Voor amv’s betekent dat dus dat aan hen rechtmatig verblijf moet worden toegekend als en zolang er geen terugkeerbesluit is genomen.

Zekerheid?
Alleen een vorm van uitstel van vertrek verlenen geeft de amv géén zekerheid over diens toekomst. Om tegemoet te komen aan de uitspraak van het Hof van Justitie zal er tegelijkertijd beleid moeten komen over wat te doen in de situatie dat het onderzoek oplevert dat er géén adequate opvang aanwezig is voor de amv in het land van herkomst, en wat dan de gevolgen zijn voor de amv. Ook zal er beleid moeten komen voor de situatie dat het onderzoek pas kan worden afgerond nadat de amv 18 jaar geworden is.


Meer informatie:
De Kamerbrief van de Staatssecretaris d.d. 20 december 2021
Het arrest BZ van het Hof van Justitie van de EU d.d. 3 juni 2021 (C-546-19)
Het arrest TQ van het Hof van Justitie van de EU d.d. 14 januari 2021 (C-441-19)

 

Terug