CRvB: immediate measure niet van toepassing bij opvang door kennissen - Nieuws

CRvB: immediate measure niet van toepassing bij opvang door kennissen


29 januari 2014
Op 15 januari 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) een uitspraak gedaan in een WMO zaak waarbij voor het eerst een beroep is gedaan op de “immediate measures” van 25 oktober 2013 (CRvB 12/5883 WWB + 12 / 5974 WMO R011 19).


Appelante in onderhavige zaak was een 32 jarige asielzoekster die niet beschikte over een geldige verblijfstitel in Nederland. Zij is gedurende haar vreemdelingenbewaring in een psychische crisis beland waarvoor zij opgenomen is geweest. Appellante verblijft sinds haar opname afwisselend bij kennissen en vrienden in Utrecht en Amsterdam.

Naast een beroep op artikel 8 EVRM is er in deze zaak ook een beroep gedaan op de “immediate measures” die op 25 oktober toegewezen werd door het Europees Comité voor Sociale Rechten naar aanleiding van de klacht die de Conference of European Churches namens de Protestantse kerk Nederland bij haar op 13 februari 2013 heeft ingediend. Deze “immediate measure” stelt dat de Nederlandse Rijksoverheid gehouden is in de basisbehoeften (onderdak, kleding en voerding) van mensen die zonder geldige verblijfstitel in Nederland verblijven te voorzien.

De CRvB komt echter niet toe aan een inhoudelijke behandeling van dit beroepsmiddel omdat er volgens haar geen sprake is van schending van art. 13 Europees Sociaal Handvest (ESH). De Raad stelt zich op dit standpunt in onderhavige zaak vanwege het feit dat appellante constant (weliswaar op wisselende adressen) opvang heeft bij diverse kennissen.

De CRvB motiveert het bovenstaande als volgt:

4.4 Ook het beroep van appellante op artikel 13 van het ESH treft geen doel, omdat deze verdragsbepaling naar vaste rechtspraak van de Raad niet kan worden beschouwd als een ieder verbindende bepaling in de zin van artikel 94 van de grondwet. Nog daargelaten de vraag welke betekenis door de rechter kan worden toegekend aan de hiervoor onder 3 genoemde  “decisions on immediate measures” van 25 oktober 20113 stelt de Raad vast dat appelante ten tijde in dit geding van belang is opgevangen door particulieren. Reeds daarom is er geen sprake van een situatie waarop de “decisions on immediate measures” van 25 oktober 2013 betrekking hebben.

Voor de gehele tekst van het arrest van de Centrale Raad van Beroep klik hier.

Terug