Bed-bad-brood discussie: Haagse wenselijkheid vs lokale realiteit - Nieuws

Bed-bad-brood discussie: Haagse wenselijkheid vs lokale realiteit


30 april 2015
Na 9 dagen en nachten onderhandelen maakten coalitiepartners VVD en PvdA op 22 april 2015 hun ‘bed-bad-brood akkoord’ bekend. Dit akkoord was het antwoord van de regering op de resolutie van het Comité van Ministers van de Raad van Europa van 15 april jl. Voorafgaand aan het plenaire debat over dit bed-bad-brood akkoord organiseerde de Tweede Kamer op 29 april jl. een rondetafelgesprek.


Onderstaande analyse was onderdeel van de inbreng van LOGO-voorzitter John van Tilborg tijdens dit rondetafelgesprek met hulporganisaties en burgemeesters.

Grondslag voor het politieke compromis over bed-bad-brood
De staatssecretaris stelt dat hij op alle punten in het gelijk zou zijn gesteld, in het bijzonder aangaande het argument van de reikwijdte van het Europees Sociaal Handvest (ESH). De staatssecretaris geeft aan dat onrechtmatig verblijvende vreemdelingen zijn uitgesloten van basale mensenrechten, terwijl het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR) nadrukkelijk aangeeft dat daar waar het gaat om minimale voorzieningen het ESH óók van toepassing is op onrechtmatig verblijvende vreemdelingen. 

Het Comité van Ministers van de Raad van Europa refereert (‘recalls’) in de resolutie aan de reikwijdte van het ESH zonder hier echter een oordeel aan te verbinden. In de resolutie staat daarnaast vermeld dat het Europese Comité voor Sociale Rechten, dat tot het oordeel is gekomen dat het op straat laten staan van vreemdelingen zonder voorzieningen in strijd is met het ESH, een gezaghebbend comité is dat gezaghebbende uitspraken doet. Let wel: het Europese Hof voor de Rechten van de Mens gaf in eerdere uitspraken hetzelfde aan over het ECSR. Daarbij komt dat het ECSR het enige orgaan is dat benoemd is door - en bevoegd is namens - de lidstaten om hierover juridisch te oordelen.
De conclusie van het kabinet dat de aangenomen resolutie Nederland in het gelijk stelt, kan dan ook niet getrokken worden. De politieke aanbeveling doet geen afbreuk aan de onderliggendejuridische uitspraak waarin is geoordeeld dat de Rijksoverheid door het onthouden van voorzieningen aan vreemdelingen basale mensenrechten schendt. 
 
Geen voorwaarden
Zowel het ECSR als de Nederlandse rechters (o.a de Centrale Raad van Beroep, het hoogsteNederlandse rechterlijk orgaan op het gebied van sociale rechten) zijn het eens dat aan de verplicht te bieden opvang geen voorwaarden gesteld mogen worden. Desondanks beperkt het politieke compromis de opvang niet alleen in tijd (“een beperkt aantal weken”) maar wordt ook wederom de niet toegestane voorwaarde van medewerking aan terugkeer gehanteerd als voorwaarde om minimale voorzieningen te krijgen.
 
Kinderen
De staatssecretaris verwijst in zijn brief van 22 april aan de Kamer naar de Gezinsopvanglocaties voor gezinnen met kinderen. Deze locaties zijn er echter alleen maar gekomen omdat uiteindelijk, na tevens een uitspraak van het ECSR, vervolgens de civiele rechter (tot aan de Hoge Raad toe) de Rijksoverheid nog langer verbood om gezinnen met minderjarige kinderen op straat te zetten. Als het aan het Rijksoverheid zelf had gelegen, dan was men toen ook gewoon door blijven gaan met het schenden van (kinder)rechten middels het onthouden van voorzieningen aan gezinnen met minderjarige kinderen.
 
‘Illegalen’
In de politieke discussie wordt ogenschijnlijk bewust eenzijdig de term ‘illegalen’ en/of uitgeprocedeerden gebruikt om de doelgroep aan te duiden. Hiermee wordt voorbijgegaan aan het feit dat ongeveer een derde van de doelgroep legaal in Nederland verblijft op grond van een procedure waarin nog geen definitieve beslissing is genomen, maar waarbij deze mensen desondanks zijn uitgesloten van opvang van Rijkswege. Ook deze vreemdelingen die legaal zijn en een procedure hebben lopen worden thans ontruimd en zullen met het coalitie-akkoord na verloop van tijd wederom ‘gewoon’ ontruimd worden, echter dan vanuit de ‘voorfase VBL’ in één van de vijf grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven). Dit is voor niemand een geruststellende gedachte. 
 
Geen overleg met gemeenten
In de totstandkoming van het coalitie-compromis is geen overleg geweest met de betrokken gemeenten, zelfs niet met alle gemeenten die nu zijn aangewezen om een nieuwe opvanglocatie (‘voorfase VBL’) op te zetten, en in het geheel ook niet met de centrumgemeenten die al een BBB-opvang in gebruik hebben en die deze volgens de staatssecretaris nu zouden moeten sluiten, terwijl juist deze gemeenten al jarenlang geconfronteerd worden met het falende terugkeerbeleid. Zowel de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) als het Landelijk Overleg Gemeentebesturen Opvangbeleid (LOGO) hebben daarom al eerder voorstellen gedaan *) om snel tot een andere en effectieve aanpak te komen, waar het huidige compromis geenszins op aansluit.
 
Beperkt aantal weken
Asielzoekers worden op een bepaald moment ontruimd vanuit een AZC omdat er volgens de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) geen zicht is op terugkeer (zelfstandig of gedwongen). Vervolgens worden zij (volgens het coalitie-akkoord) verwezen naar een ‘voorfase VBL’ in één van de vijf steden, waar de DT&V opnieuw zal beoordelen of er zicht is op terugkeer. Als betrokkene daar volgens de DT&V meewerkt aan het vertrek kunnen zij naar de ‘reguliere’ Vrijheidsbeperkende Locatie (VBL) in Ter Apel waar de DT&V opnieuw zal trachten de terugkeer te effectueren. Hebben deze asielzoekers na “een beperkt aantal weken” verblijf in een 'voorfase VBL' een zodanig veranderd perspectief dat terugkeer dan wel reëel is? De vijf steden die een ‘voorfase VBL’ krijgen zullen hierbij vooral geconfronteerd worden met de gevolgen van het nog immer niet sluitende terugkeerbeleid van de Rijksoverheid.
 
Voor welk probleem is dit compromis een oplossing?
Per jaar belanden momenteel zo’n 5.000 vreemdelingen op straat vanuit de diverse opvanglocaties en vreemdelingenbewaring**). Verdeeld over 5 locaties zouden volgens het compromis 1.000 vreemdelingen per jaar worden verdeeld over de grootste steden. Een groot deel hiervan wil niet meewerken aan terugkeer bijv. omdat er voor een deel van deze groep gewoon nog een verblijfsrechtelijke procedure loopt en er voor hen geen terugkeerverplichting geldt. Een ander deel wil niet terug bijv. omdat men afkomstig is uit een land als Somalië waar het in grote delen nog altijd levensgevaarlijk is. Ook is er een deel dat niet terug kan omdat men bijv. afkomstig is uit een land als Sierra Leone en de autoriteiten daar niet meewerken aan het verstrekken van reisdocumenten. Tot slot rest nog een deel dat om andere redenen niet terug wil. 
 
Het compromis zou betekenen dat het grootste deel van de 1.000 vreemdelingen op straat terecht zou komen in één van de vijf grote steden. Het politieke compromis dat nu tot stand is gekomen zal niet leiden tot het oplossen van het probleem van dakloze vreemdelingen maar zorgt er wel voor dat dit probleem in de vijf grote steden alleen maar vergroot wordt. De praktijk wijst nu ook al uit dat een fors deel van de vreemdelingen die wel meewerken  (meewerken is nl. het criterium om in de VBL geplaatst te kunnen worden) na enige tijd verbleven te hebben in de VBL in Ter Apel, alsnog ontruimd wordt, de straat op…
De jaarlijkse uitstroom van ongeveer 5.000 asielzoekers komt overigens bovenop het aantal vreemdelingen dat nu al op straat staat. Burgemeester Van der Laan van Amsterdam schatte dit aantal recentelijk op 20.000***). Als deze 20.000 ook over de vijf grote steden verdeeld moeten worden……..?
Centralisatie van de opvang zoals voorgesteld door de coalitie zal naar onze overtuiging niet leiden tot het realiseren van de gestelde doelen maar eerder problemen (tijdelijk) verplaatsen en zelfs uiteindelijk zelfs verergeren voor de 5 aangewezen gemeenten. 
 
Andere landen en aanzuigende werking
In andere landen (Duitsland, Denemarken etc.) wordt de verantwoordelijkheid voor het niet terugkeren van vreemdelingen niet bij de individuele vreemdeling, de gemeente en de gemeenschap neergelegd, maar bij de staten die hierbij betrokken zijn. Totdat de terugkeer is gerealiseerd, behouden vreemdelingen basale voorzieningen. 
Als het waar zou zijn wat ook nu steeds weer geroepen wordt, dat basale opvang aan het einde van de procedure aanzuigende werking zou hebben, dan zou er dus geen asielzoeker meer in Nederland zijn, omdat ze dan massaal naar omliggende landen zouden zijn gegaan waar immers wel in opvang wordt voorzien. 
 
Conclusie
“De Haagse wenselijkheid versus de lokale realiteit” - dat lijkt de beste beschrijving van de verhouding tussen het coalitieakkoord en de werkelijkheid van alledag. Het coalitieakkoord  brengt in onze ogen niet meer dan tijdelijke schijnoplossingen. 
Zoals een Commissaris van de Koning eerder terecht stelde: De straat is nimmer een onderdeel van de oplossing maar juist van het probleem.
Wij pleiten er om deze reden dan ook voor om te werken aan echte oplossingen en geen oude wijn in oude zakken te verkopen. Pas als we er allemaal van overtuigd zijn dat het tegengaan van illegaliteit en de daaruit voortvloeiende gevolgen prioriteit moet hebben, kan er samen gewerkt worden aan oplossingen. Gemeenten, kerken en maatschappelijke organisaties hebben meermaals – in woord en daad – beleden samen te willen werken aan echte oplossingen. 

 
Noten:
*)
Voorstel LOGO voor opvang bij toewijzing klacht ECSR:
Het LOGO (Landelijk Overleg Gemeentebesturen inzake Opvang- en terugkeerbeleid) heeft eerder voorgesteld het volgende onderscheid aan te brengen:
-    Rijksopvang voor asielzoekers die nog in afwachting zijn van een definitieve beslissing op een verblijfsrechtelijke (vervolg)procedure in Nederland (bijv. door het COA).
-    Gemeentelijke (BBB) opvang in het kader van de WMO voor overige groepen daklozevreemdelingen en/of asielzoekers.   
-    Speciale opvang i.h.k.v. de WMO voor vreemdelingen en/of asielzoekers met ernstig psychische en/of medische problemen en die geen recht meer hebben op rijksopvang.
-    Aanvullende terugkeertrajecten voor de groep vreemdelingen en/of asielzoekers waarvoor geen perspectief is op verblijf in Nederland.
 
Belangrijk: 
•    Bovenstaand voorstel sluit aan bij het bestuursakkoord en de gewenste meer sluitende aanpak. 
•    Het voorstel biedt de mogelijkheid aan het Rijk en gemeenten om met eenvoudige en makkelijk uitvoerbare aanpassingen van bestaande regelgeving dit voorstel te realiseren en snel te implementeren/realiseren. 
 
**)
‘Ruim 5.300 vreemdelingen ‘mob’ in 2012’, zie dit bericht op de website van LOGO (02-08-13).
 
***)
Uitspraak Van der Laan: “Wij hebben misschien wel meer dan 20.000 illegalen in heel Nederland”, zie dit artikel op de website van Het Parool (17-04-15)
Terug