Tentenkampen maken probleem zichtbaar - Nieuws

Tentenkampen maken probleem zichtbaar


30 oktober 2012
Sinds enkele maanden zijn tentenkampen in het nieuws: geïmproviseerde voorzieningen zoals in Ter Apel, Sellingen, Den Haag en Amsterdam, waar enkele tientallen asielzoekers bivakkeren. Zij maken door hun aanwezigheid een probleem zichtbaar dat al ruim 10 jaar, sinds de invoering van de Vreemdelingenwet 2000, bestaat en al even lang door de rijksoverheid wordt ontkend.


De Rapportage Vreemdelingenketen eerste helft 2012 vermeldt 51,1 %, zijnde 5.850 asielzoekers en vreemdelingen die zelfstandig zijn vertrokken zonder toezicht. Het gaat hierbij in de meeste gevallen om asielzoekers die door de rijksoverheid op straat worden gezet. Nuancering hierbij is dat ongeveer 20% van de 5.850 bestaat uit ‘reguliere vreemdelingen’ (vreemdelingen die nooit asiel hebben aangevraagd, maar waarvan bijv. de datum van het visum is verstreken zonder dat zij aantoonbaar zijn teruggekeerd). Ongeveer 80% betreft echter wel degelijk (ex-)asielzoekers. Dat betekent dat alleen al in het eerste halfjaar van 2012 (80% van 5.850 is) 4.680 asielzoekers op straat zijn gezet en aldus zonder middelen van bestaan moeten zien te overleven.

Top 5 nationaliteiten asielzoekers 'vertrokken zonder toezicht' volgens de Rapportage Vreemdelingenketen eerste helft 2012:

 

1. Iraakse 750
2. Afghaanse 430
3. Somalische 380
4. Russische 320
5. Iraanse 270



De term 'zelfstandig vertrokken zonder toezicht' betekent in de meeste gevallen 'op straat gezet'


De categorie: 'zelfstandig vertrokken zonder toezicht' werd eerder aangeduid met de term 'met onbekende bestemming vertrokken' (mob) en daarvoor met de term 'administratief verwijderd'. In de meeste gevallen gaat het hierbij om asielzoekers die op straat zijn gezet. Het eufemistische taalgebruik van de term 'zelfstandig vertrokken zonder toezicht' leidde er op 3 oktober jl. nog toe dat diverse media waaronder de NOS (Teletekst) en Elsevier de term 'zelfstandig vertrokken zonder toezicht' (en dus: op straat gezet) in hun berichtgeving verwarden met de term 'zelfstandig vertrokken'. De termen 'vertrokken' of 'verwijderd' betekenen in dit geval niets anders dan niet-vertrokken en/of niet-verwijderd, hetgeen gelijk staat aan het in de samenleving dumpen van dakloze asielzoekers door de rijksoverheid. 

Welke categoriën asielzoekers vinden we in de groep die zijn 'vertrokken zonder toezicht', d.w.z. op straat gezet:

asielzoekers die geheel zijn uitgeprocedeerd;
asielzoekers die geheel zijn uitgeprocedeerd maar ernstige medische en/of psychische problemen hebben;
asielzoekers die hoger beroep hebben aangetekend in hun asielprocedure, en die in afwachting zijn van de uitspraak in dit hoger beroep;
asielzoekers die een beroep hebben ingediend bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en die in afwachting zijn van een uitspraak in dit beroep;
asielzoekers met een reguliere procedure (bijv. medische) die zij in Nederland mogen afwachten maar gedurende welke periode zij geen enkele voorziening (opvang, inkomen, verzekering) kunnen krijgen;
asielzoekers die geen reisdocumenten kunnen verkrijgen binnen de daarvoor gestelde 28-dagen vertrektermijn (of binnen de termijn van 12 weken verblijf in de Vrijheidsbeperkende Locatie, VBL).


Eigen verantwoordelijkheid van de asielzoeker

Het uitgangspunt van het rijksbeleid t.a.v. asielzoekers die al dan niet uitgeprocedeerd zijn en ernstige medische en/of psychische problemen hebben, maar die desondanks op straat worden gezet (en niet mogen werken): eigen verantwoordelijkheid van de asielzoeker.
Het uitgangspunt van het rijksbeleid t.a.v. asielzoekers die een reguliere procedure hebben en deze in Nederland mogen afwachten, maar die desondanks op straat worden gezet: eigen verantwoordelijkheid van de asielzoeker.
Het uitgangspunt van het rijksbeleid t.a.v. asielzoekers die hoger beroep hebben aangetekend in hun asielprocedure, en die in afwachting zijn van uitspraak op dit hoger beroep, maar die desondanks op straat worden gezet: eigen verantwoordelijkheid van de asielzoeker.
Het uitgangspunt van het rijksbeleid t.a.v. asielzoekers die een beroep hebben ingediend bij het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en die in afwachting zijn van een uitspraak op dit beroep, maar die desondanks op straat worden gezet: eigen verantwoordelijkheid van de asielzoeker.
Het uitgangspunt van het rijksbeleid t.a.v. asielzoekers die actief meewerken aan het verkrijgen van reisdocumenten t.b.v. hun terugkeer, maar waarvan de autoriteiten van het land van herkomst niet meewerken, maar die desondanks op straat worden gezet: eigen verantwoordelijkheid van de asielzoeker.


De 28 dagen vertrektermijn

Sinds de nieuwe Vreemdelingenwet 2000 geldt er een vertrektermijn van 28 dagen. Deze vertrektermijn komt echter niet overeen met de termijn die ambassades nodig hebben voor het afgeven van een vervangend reisdocument. Dit blijkt uit een overzichtslijst van de IND van terugkeerinformatie per land van herkomst uit oktober 2004. Om deze reden is er door de Tweede Kamer in april 2005 dan ook een motie aangenomen om de vertrektermijn aan te passen aan de reële termijnen die ambassades nodig hebben voor het afgeven van een (vervangend) reisdocument (kamerstuk 19637, motie 915, 19 april 2005). Minister Verdonk weigerde deze motie echter uit te voeren. Ook haar opvolger staatssecretaris Albayrak weigerde deze motie in haar kabinetsperiode uit te voeren. De mogelijkheid van een aanvullend verblijf van 12 weken in een Vrijheidsbeperkende locatie (VBL) biedt niet voldoende soelaas, daar het verstrekken van (vervangende) reisdocumenten door ambassades in veel gevallen ook meer dan 4 maanden in beslag neemt. 


Al ruim 10 jaar protest tegen het op-straat-zet-beleid

Vanuit gemeenten, kerken en maatschappelijke organisaties wordt er al ruim 10 jaar (sinds de Vreemdelingenwet 2000 van kracht is geworden) gewezen op de problematiek van het op-straat-zet-beleid van de rijksoverheid, waarvoor de diverse opeenvolgende regeringen verantwoordelijk waren. Is er in die 10 jaar iets wezenlijk veranderd in het op straat-zet-beleid? Ja, de minister is onlangs door de Hoge Raad veroordeeld voor het op straat zetten van gezinnen met minderjarige kinderen, en wordt nu gedwongen om deze groep op te vangen. Eerder had het Hof in Den Haag de minister hiervoor al veroordeeld. Het op straat zetten van asielzoekers is echter een dermate belangrijk uitgangspunt van het terugkeerbeleid, dat de minister in cassatie ging tegen deze uitspraak en eerdere veroordelingen door het Europese Comité voor Sociale Rechten en het Comité van Ministers van de Raad van Europa op dit punt (in 2010) negeerde. Dit alles om maar door te kunnen blijven gaan met het op straat zetten van asielzoekers. Op dit moment weigert de minister nog altijd gezinnen met minderjarige kinderen die reeds voor de eerdere uitspraak van het Hof in Den Haag op straat zijn gezet, opvang te verstrekken. 

De Tweede Kamer heeft op 23 oktober 2012 een rondetafelgesprek georganiseerd om zich door betrokkenen en deskundigen over het probleem van de dakloze asielzoekers te laten informeren. Onder de sprekers waren burgemeester Eberhard van der Laan van Amsterdam en John van Tilborg als voorzitter van het Landelijk Overleg Gemeentebesturen Opvang- en terugkeerbeleid (LOGO).


Meer informatie:
De Rapportage Vreemdelingenketen januari-juni 2012 (link naar de site van de Rijksoverheid waar het rapport is te downloaden, 50 pags, 3,4 MB)

Terug