Wijziging beleid verblijf bij Nederlands kind - Nieuws

Wijziging beleid verblijf bij Nederlands kind


21 juli 2017
Wij berichtten reeds op 10 mei dat er door het EU Hof van Justitie een zeer belangrijke uitspraak gedaan over het verblijfsrecht van de primair verzorgende ouder (zonder verblijfsvergunning) van Nederlandse kinderen. Zoals verwacht heeft de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie niet anders kunnen doen dan zijn beleid aan deze uitspraak aan te passen.


Op 14 juli heeft staatssecretaris Dijkhoff een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin hij de gevolgen van het arrest Chavez-Vilchez uiteenzet:

Door dit arrest ben ik genoodzaakt het beleid aan te passen. Het HvJ EU stelt namelijk als voorwaarde dat zelfs als de Nederlandse ouder voor het kind kan en wil zorgen, nader onderzoek moet worden gedaan naar wat samengevat kan worden als het belang van het kind, waarbij de bewijslast meer dan voorheen naar de overheid is verschoven.

Zelfs als de Nederlandse ouder wel bereid wordt gevonden de zorg voor het kind op zich te nemen, moet worden aangetoond dat de scheiding met de derdelander ouder geen negatieve gevolgen heeft voor het kind. Een dergelijk onderzoek zal naar verwachting vaker leiden tot het moeten toekennen van het verblijfsrecht aan de derdelander ouder.

De IND zal in alle gevallen een toets blijven uitvoeren. De derdelander ouder moet daarvoor alle benodigde informatie aandragen om aan te tonen dat het ontzeggen van het verblijfsrecht ertoe leidt dat het kind ook de Unie zou moeten verlaten. Het onderzoeken van die informatie en het onderzoek naar het belang van het kind zullen meer uitvoeringslasten met zich meebrengen.

De gevolgen van deze wijziging zijn vrijwel direct te merken, in twee bij het LOGO secretariaat bekende zaken is meteen een inwilliging gekomen bij aanvragen die al langere tijd liepen en tot op heden waren afgewezen. Overigens kwam de uitspraak van het Europese Hof van Justitie van 10 mei jl. pas tot stand nadat de Centrale Raad van Beroep hierover zogenaamde prejudiciële vragen stelde aan het Hof in procedures over sociale voorzieningen voor vreemdelingen met Nederlandse kinderen. Iets wat de Raad van State, de hoogste rechter op het gebied van het vreemdelingenrecht, tot dan toe weigerde te doen omdat het ‘oude’ beleid van de staatssecretaris op dit punt volgens haar in overeenstemming was met de Europese regelgeving. Naar nu blijkt dus ten onrechte. In 2012 werd de Raad van State  ook al gecorrigeerd door de Hoge Raad in zaken waarin opvang werd onthouden aan gezinnen met minderjarige kinderen. De Raad van State had hier jarenlang nooit enig bezwaar in gezien terwijl dit volgens de Hoge Raad in strijd is met het Nederlands kinderbeschermingsrecht.

Klik hier voor de brief van staatssecretaris Dijkhoff van 14 juli

Het perscommuniqué nr. 48/17 van het Hof van Justitie van de Europese Unie d.d. 10 mei 2017 (download pdf-bestand, Nederlandstalig)

De volledige tekst van het arrest van het Hof in de zaak Chavez-Vilchez e.a. met zaaknummer C-133/15 (link naar de website InfoCuria van het Hof, Nederlandstalig)

Terug