Mensenrechtencollege: gezinshereniging schiet te kort - Nieuws

Mensenrechtencollege: gezinshereniging schiet te kort


16 september 2014
Op 10 september 2014 heeft het College voor de Rechten van de Mens een rapport uitgebracht over de toepassing van de Europese richtlijn met betrekking tot gezinshereniging, waaruit blijkt dat Nederland het recht op bescherming van het gezinsleven onvoldoende waarborgt. Het college is kritisch over de Nederlandse praktijk, onder andere ten aanzien van het inkomensvereiste en de inburgeringswet, die in strijd worden bevonden met de richtlijn.


In haar meest recente rapport heeft het College enkele kritische kanttekeningen geplaatst bij de Nederlandse praktijk in gezinsherenigingszaken.

Recht op gezinshereniging onvoldoende gewaarborgd
Het College heeft onderzocht in hoeverre Nederland heeft voldaan aan haar verplichting Europese richtlijnen om te zetten in nationale regels. In deze richtlijnen is onder andere geregeld dat bij de beoordeling van gezinsherenigingen zorgvuldig rekening gehouden moet worden met de aard en hechtheid van de gezinsband. In de Nederlandse wet zou dus moeten worden gewaarborgd dat inderdaad rekening wordt gehouden met het belang van het gezin, en dat niet alleen naar formalistische procedurele belangen wordt gekeken: “In de uitvoeringspraktijk is het in het licht van artikel 5 en 17 van de Richtlijn van groot belang dat bij een beoordeling van een aanvraag alle relevante individuele factoren in kaart worden gebracht en bij de beoordeling worden betrokken. Uitgangspunt daarbij is dat gezinshereniging de regel is en integratie ten goede komt. Dat vraagt om een actieve, welwillende houding van de overheid om, samen met de aanvrager, deze omstandigheden in beeld te brengen en te wegen. Dit gebeurt in de praktijk niet.”

Inkomensvereiste
Ook het vereiste van een bepaald minimaal inkomen is onder de loep gelegd. Al eerder heeft Nederland, na tussenkomst van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, het vereiste inkomen voor gezinshereniging terug moeten brengen van 120% van het minimuminkomen naar 100% waarbij het Europese Hof heeft geoordeeld dat een bepaald inkomen niet als absolute norm mag worden gehanteerd: “Het College constateert dat de door het Hof vereiste flexibiliteit ten aanzien van de inkomensnorm wel in de wetgeving is opgenomen (artikel 3.74 en 3.75 Vb), maar in de praktijk niet wordt toegepast.”

Inburgeringswet
Het College vervolgt door in te gaan op het vereiste inburgeringsexamen: “Het College is van mening dat de Wib [Wet inburgering buitenland] in zijn huidige vorm in strijd is met de Richtlijn. Het inburgeringsexamen mag slechts dienen om de integratie te bevorderen en niet ook als selectiemiddel, zoals nu het geval is. Het vragen van een inspanningsverplichting in plaats van de huidige resultaatsverplichting, past wel binnen de Richtlijn.”

Aanbevelingen van het College
“Het College concludeert dat op Europees niveau het recht van derdelanders om met hun gezinsleden in de EU-lidstaten samen te wonen steeds sterker is geworden. Op nationaal niveau wordt dit recht juist zwakker door steeds nieuwe aanscherpingen van de toelatingsvoorwaarden tot op het minimumniveau van de Richtlijn en soms daaronder. Hierdoor waarborgt Nederland het recht op bescherming van het gezinsleven onvoldoende. Het College doet een reeks aanbevelingen aan de staatssecretaris, hieronder staan de belangrijkste:

De regelgeving
-          Neem artikel 5 lid 5 en artikel 17 van de Richtlijn volledig op in de regelgeving, werk ze nader uit en toets iedere aanvraag voor afwijzing daaraan. Geef de rechten van kinderen een zelfstandige en prominente plaats in wetgeving en toetsing.
-          Neem weer in het beleid op dat de Richtlijn op overeenkomstige wijze van toepassing is op Nederlanders.
-          Herzie het inburgeringsbeleid zo spoedig mogelijk. Vraag inspanning van nieuwkomers maar stel geen harde exameneisen. Neem als overheid weer de verantwoordelijkheid voor de inburgering van gezinsleden op het moment dat zij in Nederland zijn aangekomen.
-          Werk als volgt aan de kwaliteitsverbetering van de regelgeving:
*  Voorkom rechtsonzekerheid bij betrokkenen door consistent beleid over meerdere jaren te voeren vanuit een duidelijke visie die in lijn is met de Richtlijn: toestemming voor gezinshereniging is het uitgangspunt.
*  Voer voorafgaande aan invoering van nieuwe maatregelen een impact assessment uit. Trek lering uit evaluaties en pas beleid aan als het gestelde doel niet of slechts beperkt bereikt wordt met de maatregel. Registreer voldoende data, zodat effecten van maatregelen gemeten kunnen worden.

Het besluitvormingsproces
-          Richt het beoordelingsproces conform de bedoeling van de Richtlijn in: laat de achterhaalde toetsing op grond van artikel 8 EVRM los. Zorg voor een kenbare toetsing uitgaande van een recht op gezinshereniging, waarbij alle individuele omstandigheden en belangen geïdentificeerd en bij de beoordeling betrokken worden.
-          Pas de voorwaarden voldoende flexibel toe, zodat het inkomensvereiste en het inburgeringsvereiste geen harde eisen zijn en niet alleen bij blijvende ongeschiktheid een uitzondering wordt gemaakt.
-          Voorkom, mede door een voldoende flexibele toepassing van de regels, dat maatregelen zo uitpakken dat kwetsbare groepen onevenredig worden getroffen.
-          Om alle individuele factoren te kunnen beoordelen, moet de IND beschikken over voldoende informatie. Dit vergt van de IND een actievere en meer welwillende houding bij het beoordelen van een aanvraag.”


Meer informatie:

Wat is het College voor de Rechten van de Mens
Het College voor de Rechten van de Mens is een door het Nederlandse parlement bij wet ingesteld orgaan dat “mensenrechten belicht, bewaakt en beschermt, de naleving van mensenrechten (inclusief gelijke behandeling) bevordert in praktijk, beleid en wetgeving en het bewustzijn van mensenrechten in Nederland vergroot”. Het is in oktober 2012 voortgekomen uit de Commissie Gelijke Behandeling; de instelling van het college was een toezegging van Nederland toen ons land in 2006 tot lid van Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties werd gekozen. Door het ondertekenen van internationale mensenrechtenverdragen aanvaardt Nederland internationale controle op de naleving van mensenrechten door VN-organen.

Op de website van het College staan de samenvatting (12 pagina’s) en het volledige rapport 'Gezinnen Gezien? Onderzoek naar Nederlandse regelgeving en uitvoeringspraktijk in het licht van de Europese Gezinsherenigingsrichtlijn' (100 pagina’s), gepubliceerd op 10 september 2014.
Een link naar de 'Jaarrapportage 2013' van het College is opgenomen onder ons nieuwsbericht van 14 juli.

Terug